De Voor- en Nadelen van In-ovo Vaccinatie

Het vaccineren van een koppel kippen of vleeskuikens is een nauwkeurig, maar dankbaar klusje. Het vergt enige voorbereiding, maar als een koppel goed beschermd is dan biedt een gezond koppel dieren een gezonde dosis arbeidsvreugde. Tegenwoordig kunnen sommige vaccinaties ook op de broederij in-ovo worden toegediend. De vraag is nu wanneer men wel of niet op in-ovo vaccinatie over zou moeten gaan.

Reclameslogans laten ons geloven dat in-ovo vaccinatie betere resultaten oplevert dan de traditionele spray- of drinkwatervaccinatie. In een aantal gevallen is dat zeker waar. De vergelijkingen
zijn vaak gebaseerd op veldstudies die in het buitenland zijn uitgevoerd. De omstandigheden in het buitenland zijn verschillend van die in Nederland. Daarom kun je je afvragen of in-ovo vaccinatie ook in Nederland voordelen biedt.

Vectorvaccins
Bij een vergelijking tussen een in-ovo vaccinatie en een drinkwatervaccinatie worden eigenlijk twee zaken tegelijkertijd vergeleken. Enerzijds is er vaak sprake van een verschil in vaccin, anderzijds is de toedieningsmethode anders. Laten we eerst eens kijken naar het verschil in vaccin. De nieuwe generatie vaccins, de zogenaamde vectorvaccins, bieden bescherming tegen meerdere ziektes. In een groot aantal gevallen wordt bescherming tegen de ziekte van Marek gecombineerd met bescherming tegen NCD of Gumboro. Vaccins tegen de ziekte van Marek kunnen niet via een spray- of drinkwatervaccinatie worden toegediend, maar moeten per injectie worden uitgevoerd. Dit kan als onderhuidse injectie op de eerste levensdag of als in-ovo injectie op broeddag 18. Marek is een ziekte die voorkomt bij kippen die langer leven dan de slachtleeftijd van reguliere vleeskuikens. Als u traaggroeiende vleeskuikens houdt en er is een besmetting met de ziekte van Marek op uw bedrijf vastgesteld die u met een goede reiniging en desinfectie niet onder controle krijgt, dan is het te raadzaam om per injectie of in-ovo tegen de ziekte van Marek te vaccineren.

Tragere immuniteitsopbouw
De vectorvaccins hebben als nadeel dat ze in het algemeen een tragere immuniteitsopbouw hebben dan dat bij de gebruikelijke levende vaccins het geval is. Als voorbeeld geldt bijvoorbeeld de immuniteitsopbouw tegen ILT, waarbij het veldvirus al infecties kan veroorzaken, voordat de immuniteitsopbouw tegen de ziekte op gang gekomen is.

Doorbraaktiter
Ook bij Gumboro is het mogelijk dat het veldvirus al een infectie kan veroorzaken, voordat het dier met de in-ovo vaccinatie immuniteit heeft kunnen opbouwen. Met de pcr-techniek kan op een
eenvoudige worden vastgesteld op welke leeftijd het veldvirus in het dier ziekte veroorzaakt. Van de nieuwe Gumboro veldvirussen is bekend dat ze op jonge leeftijd het kuiken infecteren. De kuikens gaan er niet aan dood, maar de bursa van deze dieren raakt wel beschadigd, waardoor er immuunsuppressie optreedt. Het is bekend dat immuunsuppressie leidt tot meer problemen met darmstoornissen, coccidiose, E.coli, Salmonella, etc. Bij Gumboro is het daarom van belang om te kiezen voor een vaccin dat een zogenaamde hoge doorbraaktiter heeft en een snelle immuniteitsopbouw garandeert. In-ovo vaccinaties tegen Gumboro bieden geen hogere doorbraak titer en de immuniteitsopbouw is ook niet sneller. Ook bij Gumboro zien we daarom uitbraken van veldvirussen voordat de immuniteit is opgewekt.

Vergelijking met buitenland
De techniek is bij in-ovo vaccinatie anders dan bij een spray- of drinkwatervaccinatie. In het buitenland worden spray- of drinkwatervaccinaties vaak uitgevoerd door ongeschoold personeel en
met drinkwater dat niet van goede kwaliteit is. In dat geval biedt een in-ovo vaccinatie uitkomst. In- ovo vaccinatiemachines hebben (mits op de juiste manier gebruikt en ingesteld) een hoger slagingspercentage ten opzichte van een vaccinatie die door ongeschoold personeel met ongeschikt drinkwater wordt uitgevoerd. Of een in-ovo vaccinatie een beter resultaat heeft dan een correct uitgevoerde spray- of drinkwatervaccinatie door een geschoolde arbeidskracht blijft de vraag.

Bijkomende kosten
Een in-ovo vaccinatiemachine is een (dure) investering met bijkomende onderhoudskosten. De kosten moeten worden terugverdiend via de gevaccineerde kuikens. Bovendien moet de machine worden bediend door een broederijmedewerker. Dit heeft als gevolg dat de kosten voor de toediening hoger zijn dan die van een spray- of drinkwatervaccinatie. Verder zijn in-ovo vaccins duurder dan de bekende levende vaccins. Als we kijken naar de kosten voor de toediening en de kosten voor het vaccin dan is de in-ovo vaccinatie dus duurder dan een vaccinatie op het pluimveebedrijf.

De conclusie is dat in-ovo vaccinatie raadzaam kan zijn bij persisterende bedrijfsinfecties, die met goedkope spray- of drinkwatervaccinaties niet onder controle zijn te krijgen. Hierbij kan gedacht worden aan vaccinaties tegen Marek of ILT. Of in die gevallen, waarbij men geen tijd heeft om de spray- of drinkwatervaccinatie nauwkeurig uit te (laten) voeren.