De afkorting MAS staat voor Mal-Absorpie Syndroom. Het verschijnsel (syndroom) wordt gezien bij vleeskuikens met een gestoorde opname (mal-absorptie) van voedingsstoffen in de darm. De koppels die geïnfecteerd zijn, vertonen een slechte vertering, waarbij een ruig verenkleed, slecht beenwerk en een slechte uniformiteit kenmerkend zijn. 

De ziekteverwekker
Een ziekte wordt een syndroom genoemd indien de ziekteverschijnselen niet direct aan één ziekteverwekker zijn toe te schrijven. De oorzaak van de ziekte MAS hangt samen met een infectie met meerdere darmvirussen. Hierbij kan gedacht worden aan chicken astrovirus, het aviare nefritis virus (type 3), het rota-virus (type A of type D) en het darm-reo-virus. De ziekte wordt het meest gezien bij vleeskuikens van enkele weken oud.

Het ziektebeeld
Vleeskuikens met MAS hebben een ontsteking van de dunne darm en gerelateerde verteringsorganen zoals de alvleesklier. Hierdoor ontstaat diarree. Kenmerkend zijn de onverteerde voedselpartikels (o.a. tarwe) in het maagdarmkanaal. Doordat onvoldoende voedingsstoffen, vitaminen en spoorelementen worden opgenomen blijven de kuikens achter in groei, ontstaat een ruw verenkleed (de zogenaamde ‘helicopterkuikens’) en ontstaat zwak beenwerk. Er ontstaat (meestal) nat strooisel, wat vervolgens voetzoolontstekingen tot gevolg heeft. Doordat de dunne darm niet goed functioneert, worden ook pigmentstoffen slecht opgenomen, wat leidt tot bleke kuikens met bleke poten.

Behandeling en preventie
Er bestaat geen behandeling tegen de ziekte MAS. De virusinfectie veroorzaakt schade aan de verteringsorganen met de bovengenoemde ziektebeelden tot gevolg. Een behandeling kan soms wel nuttig zijn om de negatieve gevolgen zoveel mogelijk te beperken. Het GvP heeft in samenwerking met de GD een aantal koppels met dit syndroom onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat sommige virussen juist meer op een jonge leeftijd (eerste levensweken) en andere virussen wat later optreden. Een aantal virussen zijn verticaal (van moederdier op eendagskuiken) overdraagbaar, terwijl andere juist horizontaal (van stal naar stal) worden overgedragen. Grondige reiniging en desinfectie (in combinatie met strikte hygiëne) en een langere leegstand (minimaal 12 dagen) zijn nodig om de infectiedruk in de geïnfecteerde stallen te verminderen.