ILT is een ziekte die vrij weinig voorkomt. Toch zien we in Nederland af en toe een aantal uitbraken in een bepaalde regio. Zo waren er uitbraken in 2007 en sinds 2010 worden ILT uitbraken steeds vaker vastgesteld. Het virus infecteert zowel vleeskuikens, opfokkuikens, legdieren en vermeerderingsdieren. Het ziektebeeld is niet specifiek en de diagnose is daarom soms moeilijk te stellen.
De ziekteverwekker
De ziekte ILT wordt veroorzaakt door een virus. Dit virus wordt vooral via speeksel van zieke dieren uitgescheiden en veroorzaakt een infectie van de luchtwegen. De verspreiding van het virus geschiedt door contact met besmette materialen of door de lucht. Een ILT infectie verspreidt zich echter meestal maar over een klein gebied in tegenstelling tot IB en Gumboro. Eenmaal besmette dieren blijven drager en kunnen na verloop van tijd weer virus gaan uitscheiden als ze onder stress-omstandigheden komen te staan. Ook (wilde) fazanten en hobbykippen kunnen het virus bij zich dragen en uitscheiden. Verder is bekend dat vliegen het virus van stal naar stal kunnen overbrengen. Het virus is goed gevoelig voor desinfectiemiddelen, zonlicht en hoge temperaturen.
Het ziekteverloop
Een infectie verloopt in tegenstelling tot andere virusziekten vrij langzaam door een koppel. Een aantal dieren zijn niet fit, vertonen lichte proest en hebben waterige oogjes met soms wat neusuitvloeiing. Dieren in het acute stadium voelen heet aan, happen naar adem en kunnen stikken door ademnood. In ernstige gevallen proesten de dieren een roodgekleurde uitscheiding uit. De uitval loopt in de meeste gevallen op tot 0,5% per dag en dit kan enkele weken aanhouden. Dierenartsen die de infectie vaker gezien hebben herkennen het sectiebeeld, maar dit vergt enige ervaring. De infectie kan bevestigd worden door een specifieke laboratoriumtest. Dit is nodig omdat het ziektebeeld ook veel op dat van andere luchtweginfecties kan lijken.
De behandeling
Zieke koppels genezen slecht, omdat het virus zich langzaam door het koppel verspreidt. Vaak worden secundaire infecties (zoals E.coli of stafylococcen) vastgesteld, doordat de immuniteit van het koppel te wensen over laat. In dat geval kan de secundaire infectie met antibioticum worden bestreden. Zieke koppels kunnen baat hebben bij ondersteuning met supplementen en een wat lagere staltemperatuur. Het vaccineren van vleeskuikens tegen ILT is niet zinvol gebleken, omdat het vaccin d.m.v. individuele oogdruppel-enting moet worden toegediend, waarbij de ent-reactie vaak even ernstig is als een infectie. ILT is niet besmettelijk voor mensen.
De preventie
De preventie is er op gericht om verspreiding van het virus via kleding, materialen, wilde vogels of vliegen te voorkomen. Gebruik daarom aparte kleding en schoeisel en gebruik schone materialen. Desinfecteer de voorruimte van de stal regelmatig (bv. Halamid). Verder is het van belang om wilde vogels te weren (voorkom het morsen van voer bij de silo’s) en deponeer kadavers in een afgesloten, gekoelde opslag (om verspreiding via vliegen te voorkomen). Ook is het van belang om de kadaver-ophaaldienst niet dicht bij de stallen te laten komen. Deze kan namelijk besmette kadavers vervoeren. Desinfecteer de laadplaats en de kadavertonnen met een desinfectiemiddel (bv. Halamid). Na een infectie dient de stal grondig te worden gereinigd met een alkalisch reinigingsmiddel (bv. Desbest 1390) en daarna te worden ontsmet (bv. Aldekol Des FF), waarbij tevens de omgeving van de stal moet worden meegenomen.