De term dysbacteriose wordt vaak gebruikt om aan te geven dat het stabiele evenwicht tussen de verschillende soorten darmbacteriën in het maagdarmkanaal is verstoord. In dat geval merkt de pluimveehouder dat de mest vochtiger wordt en dat het strooisel dichtslaat. Dysbacteriose is ongewenst, omdat het financiële schade veroorzaakt en omdat dysbacteriose het dierwelzijn negatief beïnvloedt. Het kan namelijk een oorzaak zijn van het ontstaan van voetzoolontstekingen. Dysbacteriose en andere verteringsstoornissen vormen de belangrijkste oorzaak voor het gebruik van antibioticum bij vleeskuikens. Reden genoeg om hier aandacht aan te besteden.

Het ziekteverloop
In de normale situatie bevat de dunne darm vrijwel geen bacteriën. In de dikke darm en de blinde darmen zijn daarentegen vele miljarden bacteriën aanwezig. Tussen de gewenste (gezonde) en ongewenste (ziekmakende) bacteriën heerst een stabiel evenwicht, waarbij de gezonde darmbacteriën de overhand hebben. In sommige gevallen kunnen ziekmakende bacteriën (sommige E.coli’s, Salmonella’s en sommige Clostridium-stammen) het evenwicht verstoren, waardoor de ziekmakende bacteriën de overhand krijgen. In dat geval zal het lichaam proberen zo snel mogelijk van deze ziekteverwekkers af te komen, door de uitscheiding te versnellen. Hierdoor ontstaat natte mest of zelfs diarree. In ernstige gevallen kunnen de ziekmakende bacteriën de slijmlaag van de darmwand beschadigen, waardoor de darmwand ontstoken raakt. Indien Clostridium perfringens type A de oorzaak is, wordt de ziekte ook wel necrotische enteritis of kwartelziekte genoemd.

Het ziektebeeld
Dysbacteriose wordt gekenmerkt door natte mest, schuim in de blindedarmmest en/of slijm in de mest. In alle gevallen wordt een verhoogde water-voer verhouding waargenomen. Dysbacteriose wordt ook vaak gezien in combinatie met coccidiose. In die gevallen veroorzaken bepaalde Clostridium stammen in samenwerking met de verschillende coccidiosestammen een darmontsteking. Deze darmontsteking vraagt veel energie van het immuunsysteem, wat ten koste gaat van de groei van het vleeskuiken. Bovendien kan de darmwand ontstoken raken, waardoor het vleeskuiken niet ‘fit’ is en minder eetlust zal hebben.

De ziektepreventie
Dysbacteriose kan meerdere oorzaken hebben. Hierbij kan gedacht worden aan onderliggende virusinfecties, coccidiose-infecties, bepaalde moeilijk verteerbare grondstoffen, eiwitoverbelasting, grondstoffen die veel Clostridium bevatten, enz. Niet elke dysbacteriose is daarom met antibioticum te verhelpen. Een grondige analyse van het bedrijfsprobleem is meestal nodig om de primaire oorzaken te vinden. De preventieve toepassing van probiotica, prebiotica, zuren, kruiden en oliën kan het probleem van dysbacteriose in de meeste gevallen drastisch verminderen. In elke situatie zal onderzoek gedaan moeten worden om te zien welke van de genoemde oplossingen de beste is. Ook het aanpassen van het anticoccidioseprogramma kan hieraan een positieve bijdrage leveren.