Coccidiose is een koppelziekte die wordt veroorzaakt  door een zeer besmettelijke darmparasiet. De ernst van de ziekte is afhankelijk van de soort en de mate van de infectie. De gevolgen van coccidiose in de vorm van economische schade variëren daarom dan ook van bedrijf tot bedrijf. Een lichte coccidiose-infectie kost circa 5 punten voederconversie. Dit kan bij een ernstige coccidiose-infectie al snel oplopen naar een verlies van 15 punten voederconversie.

E. maxima (foto GvP)
Dunne darm met E. maxima (foto: GvP)

De ziekteverwekker
Coccidiose wordt veroorzaakt door protozoën (een soort eencellige organismen). Deze parasieten behoren tot de groep van Eimeria’s en zijn gastheerspecifiek. Dat wil zeggen dat elke Eimeria maar 1 type gastheer kan besmetten. Voor kippen zijn 7 Eimeria soorten beschreven. Bij vleeskuikens spelen vooral Eimeria acervulina, Eimeria maxima, Eimeria mitis en Eimeria tenella een rol. Vleeskuikens kunnen met meerdere coccidiose-soorten tegelijk zijn besmet. Een E. acervulina infectie kan tegelijk gevonden worden met een E. tenella infectie. De oöcsten (de ‘eitjes’ van coccidiose) zijn zeer resistent en kunnen jarenlang overleven buiten het lichaam. De schade door coccidiose ontstaat vooral door sterfte, groeiachterstand en een hogere voederconversie.

Levenscyclus
De levenscyclus met de daarbij behorende stadia zijn voor alle coccidiose-soorten vergelijkbaar. De oöcysten worden door het kuiken in de stal opgepikt. In de maag wordt het kapsel van deze oöcysten afgebroken, waardoor de parasieten vrijkomen. Deze dringen in de cellen van de darmwand en veroorzaken hier een ontsteking. Vervolgens gaan deze parasieten zich vermenigvuldigen, komen weer vrij en dringen verderop weer in de darmwand. Dit proces, dat 5 tot 7 dagen duurt, herhaalt zich een aantal keren. Tijdens dit proces ontwikkelt het vleeskuiken immuniteit tegen deze parasieten, waardoor de infectie in de meeste gevallen uitdooft. Aan het eind van de cyclus ontwikkelen zich weer oöcysten die worden uitgescheiden met de mest. Op deze wijze kunnen in een paar weken tijd miljoenen oöcysten worden uitgescheiden, waardoor de infectiedruk in de stal toeneemt.

Het ziekteverloop
De oöcysten van de verschillende coccidiose-soorten zijn in principe altijd op het bedrijf aanwezig. Coccidiose leidt alleen tot ziekte wanneer de infectiedruk te hoog is of wanneer de weerstand van het kuiken onvoldoende is. Vanaf het moment dat de eendagskuikens in de stal komen kunnen zij oöcysten opnemen. Tijdens een ronde ontstaan de problemen meestal tussen 21 en 35 dagen, waarbij de piek rond dag 28 ligt. De mate waarin het vleeskuiken ziek wordt hangt af van de infectiedruk, de coccidiose-stam, de leeftijd bij besmetting en de gevoeligheid van het vleeskuiken. De weerstand van het vleeskuiken kan bijvoorbeeld laag zijn door een virusinfectie, zoals bij het Gumboro-virus. Bij ontstekingen van de darmwand door coccidiose ontstaat lekkage van lichaamsvocht, waardoor ongewenste bacteriën (o.a. Clostridium-soorten) de kans krijgen zich te ontwikkelen, wat tot nog meer schade leidt.

E. tenella (foto: GvP)
Blinde darmen met E. tenella (foto: GvP)

Het ziektebeeld
Het ziektebeeld is afhankelijk van de Eimeria-soort en de mate van infectie. Daarnaast kunnen er door coccidiose secundaire bacteriële infecties ontstaan. Clostridium– en coccidiose-infectie kunnen elkaar op die manier versterken.
Eimeria acervulina zien we vooral in het begin van de dunne darm. Een infectie door E. acervulina is vaak slepend. De kuikens hebben blekere kammen, blijven achter in groei en hebben een verhoogde voederconversie.
Eimeria maxima vinden we vooral in het middelste deel van de dunne darm. Het beeld is variërend: verminderde groei, darmontstekingen, diarree (soms ‘voermest’) en soms zelfs sterfte.
Eimeria tenella wordt gevonden in de blinde darmen. Deze soort veroorzaakt de meeste economische schade door sterfte, verminderde groei en slechte vertering, waardoor het strooisel in de stal vaak nat wordt. De sterfte treedt vaak plotseling op en kan oplopen tot tientallen procenten.

De ziektepreventie
Coccidiose is een bedrijfsprobleem. Het is niet de bedoeling om het bedrijf coccidiose-vrij te maken, maar om de infectiedruk zo laag mogelijk te houden. Hiervoor worden anticoccidiosemiddelen aan het voer toegevoegd. Verder is het belangrijk dat de vleeskuikens een goede weerstand opbouwen en dat geen storende virusinfecties aanwezig zijn. Ook de strooiselkwaliteit is van invloed op het optreden van een coccidiose-infectie. De oöcysten van coccidiose kunnen via de lucht, maar ook via schoeisel, van bedrijf naar bedrijf worden overgedragen. Hoewel coccidiose een bekende pluimveeziekte is, is de bestrijding van een coccidiose-infectie als bedrijfsprobleem soms nog niet eenvoudig.

Advies
Het GvP heeft veel ervaring met het oplossen van deze bedrijfsproblemen. Het is gebleken dat voor elk bedrijf vaak een ander plan van aanpak nodig is om de problemen te kunnen oplossen. Wilt u meer informatie over coccidiose, of wilt u een second opinion, neem dan geheel vrijblijvend contact met ons op.