Infectieuze bronchitis (IB) wordt veroorzaakt door een zeer besmettelijk virus, dat wereldwijd voorkomt. IB infecties veroorzaken een lagere groei, een hogere voederconversie en afkeur aan de slachtlijn. Daarnaast is het vooral schadelijk omdat het de gevoeligheid van de vleeskuikens voor secundaire infecties vergroot. Zo ontstaan er na een IB infectie vaak E. coli of ORT infecties. Vleeskuiken worden gevaccineerd om te voorkomen dat zij met een IB veldvirus worden besmet.

Luchtpijp vleeskuiken IB infectie (foto: GvP)
Luchtpijp vleeskuiken met en zonder IB infectie (foto: GvP)

De ziekteverwekker
Het IB-virus komt wereldwijd voor en kent meerdere variantstammen. Het is een virus dat zich gemakkelijk verspreidt. De tot nu toe meest voorkomende stam is de IB D388 (ook wel IB QX genoemd). Daarnaast zien onderzoekers de stammen IB 4-91 en de IB D1466 ook veelvuldig, zo blijkt uit rapporten van de GD. Het virus wordt vooral via de lucht van bedrijf naar bedrijf overgedragen.

Het ziekteverloop
Het IB-virus verspreidt zich snel door de stal, waardoor de meeste kuikens ziek zullen worden. De uitval door een IB-infectie is echter niet hoog. In sommige gevallen worden enkele ‘stikkers’ gevonden. Hoe de infectie verloopt, hangt af van de IB-stam. Sommige veroorzaken ontstekingen van de ademhalingsorganen en andere vooral een ontsteking van de nieren. Bij opfokdieren kan ook de geslachtsorganen worden aangetast.

Het ziektebeeld
In principe wordt het ademhalingsapparaat als eerste geïnfecteerd. Na een paar dagen is het virus door het hele lichaam verspreid. Het virus is vooral te vinden in de nieren, de tonsillen en de bursa. Hoe ernstig de infectie verloopt, hangt af van de virusstam, de leeftijd van de kuikens, de weerstand van de kuikens en het kuikenras. Bij een infectie van de ademhalingsorganen worden de kuikens kortademig en gaan ze proesten om het slijm kwijt te raken. Zeer benauwde kuikens kunnen het typische ziektebeeld vertonen: de zogenaamde IB-schreeuwers. Bij een IB-infectie kunnen secundaire bacteriële infecties ontstaan, zoals E. coli en Ornithobacterium rhinotracheale (ORT), die veel schade aanrichten. Bij een nierinfectie ontstaan natte stallen door een verhoogde wateropname en een verhoogde uitscheiding.

De ziektepreventie
Het IB-virus komt overal voor en verspreidt zich via de lucht gemakkelijk over grote afstanden. Omdat het virus eenvoudig via de lucht in de stal kan komen, is preventie door middel van vaccinatie noodzakelijk. Een IB-infectie slaat sneller aan door een slecht klimaat in de stal. Het klimaat moet daarom altijd optimaal zijn. Het IB-virus is zeer gevoelig voor de meeste desinfectiemiddelen, maar kan lang overleven in de mest. De meest kritische periode is dan ook in het voorjaar als de mest wordt uitgereden over het land.

De vaccinatie
Er bestaan verschillende entstoffen tegen IB. De entingen worden vaak in verschillende combinaties gegeven vanwege het grote aantal verschillende IB-stammen dat in het veld wordt waargenomen. Door een combinatie van verschillende entstoffen wordt de bescherming sterker en breder. Dat wil zeggen dat ook tegen IB-stammen waartegen niet wordt gevaccineerd, toch bescherming wordt verkregen (kruisbescherming). Het opstellen van een goed vaccinatieprogramma is soms niet eenvoudig omdat ook entingen tegen andere ziekten moeten worden uitgevoerd. Een goed vaccinatieprogramma belast de kuikens zo weinig mogelijk, maar bouwt zo veel mogelijk bescherming op. De aanwezigheid van andere virussen (o.a. Gumboro of CAV) kan een goede immuniteitsopbouw tegen IB negatief beïnvloeden.